Translate/Vertaal

vrijdag 3 augustus 2012

Because why..long long time ago.... for your informasi..Bali!



We kregen eindelijk weer eens visite! Nadat Ester met oud en nieuw bij ons op bezoek was geweest in Fiji, was dit weer onze eerste visite. We hadden er zin in! Na een week voorbereiding op Bali, zoals luieren, hotel wijzigen en chauffeur regelen, werd het tijd om Lammy en Adriaan op te halen van het vliegveld in Bali.
Na een eeuwigheid op het vliegveld gewacht te hebben, konden we ze eindelijk in onze armen sluiten en na een drankje in het hotel werd het al snel bedtijd en konden Lammy en Adriaan lekker hun jetlag wegslapen.
 
De volgende dag voelde Adriaan zich helemaal thuis in Indonesië (hij heeft ook Indonesisch bloed) en begonnen ze al over emigreren naar Indonesië. Het werd ons duidelijk, we hadden te maken met twee echte toeristen :)!

Na nog 2 dagen bijkletsen werden we ’s ochtends opgehaald door onze chauffeur. Hij heette Langen en hij was heel klein. Ook had hij zo zijn standaardzinnetjes.

Als enorme luxepaarden werden we van het ene paleis naar het andere gereden. Eerst zijn we gestopt in Klungklung. Daar is het Tamar Gili paleis en het is goed voor je karma om er even langs te gaan. Een belangrijke stop zo aan het begin van de reis. Daarna hebben mama, Adriaan en ik (Guido bleef buiten staan) gemediteerd bij de Besakih tempel en als beloning kregen we een rijstmaaltijd op ons voorhoofd gedrukt.

Gelukkig was er onderweg ook nog even tijd voor een kopje koffie en zo hebben we in een kruidentuin eerst gekeken hoe de Civetkat onze koffieboontjes uit poepte om vervolgens deze lekker op te drinken.

De volgende dag waren Guido en ik al zo moe van alle bezienswaardigheden, dat we maar een dagje in het hotel zijn gebleven. Mooi zwembad, kleine dokters en grote suites.

 
Na al die dagen aan de kust te hebben gezeten werd het tijd om het binnenland in te trekken. Het begon dan ook meteen te regenen. Eerst even een stopje bij de olifantentempel (Goa Gajam) zonder olifanten en daarna door naar Monkey forest met helaas heel veel apen. Gelukkig kwamen we er weer heelhuids uit en konden we nog even van wat kunst genieten in het Neka kunstmuseum.


De volgende dag zijn we de dag begonnen met Balinese dans uitgevoerd door Sahadewa en daarna zijn we langs wat rijstvelden naar een koud bergrestaurantje gereden om vervolgens te genieten van het uitzicht op de bijna compleet in de wolken verdwenen Bunung Batur vulkaan. Gelukkig gingen wij daarna vrij snel weer afdalen en werd te temperatuur aangenamer.

We waren de regen en de wolken in het binnenland wel weer zat en we besloten om maar weer richting de kust te rijden. De zon kwam er weer bij en na enkele vlinders en insecten op je lijf te hebben gehad, langs rijstvelden, tempels en watervallen te hebben gereden, kwamen we aan bij het lieflijke kustplaatsje Lovina. Daar hadden we een huisje aan het strand waar we heerlijk konden relaxen en s avonds op het strand eten.

Natuurlijk moest er rondom Lovina ook van alles bekeken worden en zo zaten we de volgende dag weer in de auto naar het dichtbijgelegen plaatsje Singaraja. Daar hebben we een beetje over de lokale Pasar gewandeld en met de auto koloniale huizen in de stad bekeken. Als afsluiter hebben we nog even een crematie bijgewoond en toen werd het tijd om onze chauffeur vaarwel te zeggen en te wachten op de volgende chauffeur naar Java.

Anna

dinsdag 17 juli 2012

Myanmar / Birma


We hadden onze zinnen gezet op Birma. Cambodja ed. konden nog wel even wachten. Birma werd iets opener en er is nog geen massa toerisme.
Na een korte vlucht uit Bangkok arriveerden we op Yangon international airport, een mega groot en nieuw vliegveld. We waren gewaarschuwd dat de taxi’s in Birma enorm aftands waren en dat ze vaker kapot gingen dan je naar je bestemming te brengen. Met deze fijne gedachte gingen we op weg naar ons hotel. Gelukkig bleek het taxi verhaal niet waar te zijn, in ieder geval niet voor ons, wij hadden in de Pacific nog veel erger als standaard meegemaakt.
Onze reis zou eerst bestaan uit steden, namelijk Yangon (Rangoon) en Mandalay, en daarna zouden we meer het platteland op reizen. Wij waren benieuwd.
De steden waren zoals we ze gezien hadden in India. Vies, overbevolkt, kapotte wegen en veel armoede. Weinig winkels, veel straatstalletjes. Alleen er was 1 heel groot verschil met India, hier waren de mensen oprecht aardig en waren ze er niet continue op uit om je te naaien. 
Na alle bezienswaardigheden in Yangon gezien te hebben, werd het tijd om met het vliegtuig naar Mandalay te vliegen. De binnenlandse vluchten staan hier niet zo goed aangeschreven. Alle maatschappijen staan op de zwarte lijst en de safety records zijn niet zo best. Wij waren benieuwd, we hadden het thuisfront hier maar niet over verteld.
Uiteindelijk, na 2 uur vertraging, hadden we een prima vlucht in een ATR naar Mandalay en we zijn ook nog veilig geland. Met een shared taxi hebben we eerst 2 uur door Mandalay gereden en mensen thuis afgezet nadat wij als laatste bij ons hotel werden afgezet. Ook dat duurde even want de chauffeur had ons eerst naar twee andere hotels gebracht.
Het hotel in Mandalay was iets minder Spartaans dan de vorige en het werd ons uitvalsbasis van onze wandelingetjes door de stad. Er zijn veel bezienswaardigheden in Mandalay maar wij hebben onze tijd vooraal besteed met wandelingetjes door de stad en te zien hoe de mensen in deze stad leven.
Van Mandalay gingen we naar Bagan. Niet met het vliegtuig, niet met de boot of bus maar met een auto met chauffeur. Het is een huurauto waar je een chauffeur bij krijgt aangezien je als buitenlander niet in dit land mag rijden. Ook mag je geen seks hebben in de land, mits je getrouwd bent. De straf: gevangenisstraf. Nu snappen jullie waarom wij voor onze reis getrouwd zijn.. Enfin, we gingen met onze chauffeur op stap. We waren bijna de stad uit toen allemaal brandweerwagens uit 1910 ons voorbij stuifden. En toen we achterom keken was er 1 grote rookwolk. Nu zijn we onderhand wel gewend dat er altijd een kleine (natuur)ramp in een plaats ontstaat als we weg zijn maar onze chauffeur begon te draaien op de stoel en al snel kwamen we er achter dat zijn woonbuurt in de fik stond. We hebben hem maar gevraagd of hij wou kijken of zijn familie oké was en voordat we het wisten gingen ook wij met een bloedvaart achter de prehistorische bluswagens aan. Gelukkig was zin familie oké en konden we nogmaals de stad doorkruizen voordat we op de surrealistische snelweg kwamen. Deze snelweg is een aantal jaren geleden op een niet zo democratisch prettige manier aangelegd en doorkuist het land. Weinig mensen maken er gebruik van dus je hebt een lege weg met 6 banen.
Gelukkig en helaas ging de weg niet geheel naar Bagan en even later zaten we op slingerende en hobbelende weggetjes over het platteland naar Bagan. Onderweg hadden we nog even gestopt voor een kleine lunch waar de lokale bevolking nogal van onder de indruk was en hun spullen lieten liggen om naar 2 etende blanken te kijken. En dan vooral het haar van Anna…..GOUD!!!!...en de birmezen zijn al zo dol op goud (zie al hun pagodes enz). Later bleek dat sommige mensen zelfs in trans raakten van Anna haar haar. Erg grappig. Maar goed, uiteindelijk kwamen we aan in Old Bagan, midden tussen de tempels. Het hotel was ook uit de koloniale tijdperk en goed onderhouden. We waren even prins en prinses van Bagan….maar ook Hollanders dus na een paar minuten zaten wij op de fiets om als idioten over de onverharde wegen te crossen van tempel naar tempel.
Bagan is geweldig! Er waren vrijwel geen toeristen en omdat het zo een groot gebied is, waan je je vaak alleen in dit mooie landschap. En dan komt de ontdekkingreiziger in je boven en klim je alle kleine tempelingangetjes in en zoek je naar geheime gangetjes die je naar het dak van de tempel brengt. En vanaf daar kan je weer genieten van het mooie uitzicht. Wel zijn er een aantal moeilijkheidsfactoren: je kan niet te dik zijn, want dan kom je vast te zitten en geen schoenen aan! Dus lekker door de vleermuizen en vogel poep op je blote voetjes. Maar even zonder dollen, Bagan was geweldig! Een sprookjeslandschap waarvan  ik was overtuigd dat het niet meer op aarde bestond en nu heb ik het gevonden..een plek die ik niet snel zal vergeten.
Maar goed, ook aan alle leuke dingen komt een einde dus we gingen weer op pad. Nu naar Mount Popa. Een klooster op een hele hoge rots. Ik had er zin in. Helaas werd het een teleurstelling. De rost lag in de mist en het klooster (en de 1000 trappen er naartoe) werden geterroriseerd door apen. Laat ik jullie allemaal 1 ding vertellen: aapjes zijn NIET lief. Het zijn vieze, jattende k*tbeesten die graag bijten en krabben. De trappen waren kompleet bedekt met apenstront (en je moest op blote voeten naar boven) en je werd continue aangevallen door deze schijtende wezens…
ik vond het niet zo’n leuk kloosterbezoekje en ik voelde het Ebola virus figuurlijk via mijn met apenstront bedekte voetjes naar boven trekken. Een geweldige plek om smetvrees op te lopen.
Gelukkig gingen we ook weer bij Mount Popa weg en reden we nog 5 uur over onverharde wegen naar een bergdorpje Kalaw. Eenmaal daar aangekomen had ik een uitroeiplan voor apen bedacht en was de temperatuur veranderd van lekker warm naar koud. Kalaw is een bergdorpje op ongeveer 1500 meter. Er is niks in de gehele omgeving maar het is 1 groot vakantiedorp uit de koloniale tijd. Wat bleek, toen het land geregeerd werd door de Britten, konden deze engelsen niet zo goed tegen de Birmaanse hitte en dus gingen ze vaak even op vakantie naar Kalaw, een bergdorpje waar ze konden afkoelen en luieren….dat hebben wij dus ook maar gedaan.
Na 2 dagen het gevoel gehad te hebben dat  we in Zwitserland zaten en onze gesprekken altijd weer eindigden over wintersport, werd het tijd om onze (tropen)kleding in te pakken en onze denkbeeldige ski’s te laten staan en weer op pad te gaan. Na een kwartiertje werden de wegen steeds moddiger en smaller en bevonden we ons op het platteland waar nog heel veel bergstammen leven van de akkerbouw. Niet op de westerse manier maar gewoon met os en wagen of waterbuffel en wagen en soms ook met paard en wagen. Later gedurende onze reis kwamen we er achter dat ze de wegen ook asfalteren met de hand….monnikenweg..wel toepasselijk in dit groot boeddhistisch land.
Enfin, natuurlijk had ons tripje over het platteland ook een doel. We waren op weg naar Pindaya caves. Een grottenstelsel met honderden Boeddha beeldjes. Eenmaal daar was er geen bezoekers te bekennen en konden wij dwalen door het ondergrondse Boeddha doolhof! Erg mooi en mystiek maar ik kon mij toch niet aan de indruk onttrekken dat de monniken van het bijgelegen klooster wel erg aan het vervelen waren toen hun plan tot de grot tempel bij hun opkwam en uitvoerden. Maar dat ten zijde.
Na de grotten gingen we weer op pad, nu naar Inle Lake. Een meer in de bergen die bij de toeristen erg aantrekkelijk is. Aangezien er verder niks te zien was, hadden we maar als echte toeristen een bootje voor de volgende dag gehuurd om het meer op te gaan.
Dus de volgende dag gingen we met twee tieners als bootsmannen, op pad. Al snel kwamen we er achter dat deze jongemannen op commissiebasis werken en we gingen van het ene weverijtje naar de volgende zilversmid, enz. Uiteindelijk werden ze wel een beetje sip want we kochten niks en we vroegen hun ook nog of ze ons niet bij elk dingetje wilden afzetten. Nadat ze helemaal het idee hadden dat we er niks aan vonden, gingen we naar het klooster van de springende katten. De kers op de taart. Helaas waren de katten met lunchpauze en hadden we geen zin om langer te wachten. Het zelfvertrouwen van de twee bootsjongens was copleet weg en al zwijgend (wij genietend van de omgeving) voerden we weer terug naar het dorp.
Eenmaal daar hebben we de jongens een dikke fooi gegeven. Ze waren compleet verrast. Ja, jongens soms is een tip meer dan die stomme commissies. Daarnaast was het vrijdag en ik denk dat de jongens een leuke avond hebben gehad. Wij hebben ze de volgende ochtend in ieder geval niet gezien.
De  volgende dag werd het tijd om weer een luchtvaartmaatschappijtje te trotseren en na een vluchtje van een uurtje in wederom een ATR waren we weer terug in yangon. De volgende dag vlogen we weer terug naar Bangkok
Myanmar of Birma, net hoe je het wil noemen, is een bijzonder land met nog heel veel onontdekte juweeltjes. Ik hoop dat Birma nog lang zo blijft en dat het komende massatoerisme niet de charme van het land ontneemt.

Anna

maandag 11 juni 2012

Thailand, Bangkok


Na langs allemaal onweersbuien te hebben gevlogen, kwamen we redelijk turbulentie vrij aan op Don Mueang Bangkok airport. Dit vliegveld was tot 2006 HET internationale vliegveld van Bangkok. Toen in 2006 het nieuwe vliegveld Suvarnabhumi werd geopend, is elke maatschappij er letterlijk heen gevlucht. Alleen Nok air en een andere vage kleine airline landt nog op het oude vliegveld. Het voelt heel surrealistisch aan om te landen op een immens groot vliegveld dat compleet verlaten is. Zelfs de bordjes bij de transfer desk hingen er nog. Na een spooktocht door alle Gates en terminals, kwamen we aan bij de bagagehal. Allemaal weggerotte bagagebanden maar eentje in de hoek deed het en daar kwamen dan ook alle tassen van alle vluchten op aan. Na onze tassen gevonden te hebben en een taxi downtown te hebben genomen, kwamen we eindelijk aan bij ons appartement. We hadden gehoopt dat het wat wou zijn maar voor de lage prijs hadden we niks verwacht. Gelukkig was niks minder waar want we werden geleid naar een super schoon appartement van 100m2…heerlijk!!

De eerste dagen in Bangkok hebben we besteed aan visa scoren, tickets en hotels regelen. Eerst zijn we langs de ambassade van Myanmar geweest voor een Visum. We hadden verwacht dat dat best moeilijk zou zijn ivm de geslotenheid van het land. Maar niks was anders waar en twee dagen later konden we ons paspoort met visum ophalen. Daarna was het tijd om vliegtickets en hotelovernachtingen etc bijeen te verzamelen voor onze trip naar Myanmar.
Maar dat was nog niet het enige. We moesten ook nog ons visum van Thailand met een week verlengen. We hadden nagedacht over een visa-run naar een buurland maar uiteindelijk gewoon bij de immigratie een verlenging van 7 dagen aangevraagd.
En misschien was het ook nog een goed idee om alvast een visum aan te vragen voor Indonesië, aangezien we er langer dan 30 dagen gaan verblijven en we dus niet in aanmerking komen voor een visum aan de grens. Na weer 2 dagen paspoortloos, konden we ons, nu zo overvolle, paspoorten weer ophalen.
Nog even wat hotelletjes en vluchtjes geboekt en toen was het plannen eindelijk klaar en kunnen we weer een tijdje zonder dingen regelen vooruit. Eindresultaat: 2 visa’s,1 visa-verlenging,  8 vliegtickets en 10 hotelboekingen. Het werd het tijd om eens wat van de stad te zien.

Guido zijn neef woont samen met zijn vrouw en zoontje in Bangkok. Dus die hebben we ook opgezocht.  s’Avonds zijn we met ze nog even de stad in gegaan. Het is altijd leuk om familie in het buitenland te ontmoeten!

Verder hebben we alle toeristische trekpleisters bekeken. We zijn de oude stad in geweest en het Royal Grand Palace complex, Wat Phra Kaeo en Wat Pho bezocht. We hebben een tochtje over de rivier gemaakt en Wat Arun bekeken, we hebben backpackers walhalla Khau San Road bezocht. We zijn langs de vieze mannetjes in Patpong gelopen, gewinkeld op Siam Square, de Erawan Shrine bekeken, etc, etc.


Daarnaast hebben we vooral lekker gegeten (zelf gekookt! Jum!) en heel veel films gekeken!

                                                                                             Anna

zaterdag 26 mei 2012

Thailand, Phuket en Koh Phi Phi


Ondanks dat iedereen altijd lyrisch is over Thailand, heeft het ons nooit getrokken. Maar uiteindelijk heeft 3 weken grote steden met een tas vol strandkleding en een goedkoop ticket ons over de streep heen getrokken. En zo kwam het dat we s avonds laat in het vliegtuig onderweg waren naar Phuket.
Onze eerste impressie was donker, want het was midden in de nacht dat we aankwamen. Gelukkig was het de volgende dag licht en konden we het toeristen walhalla aanschouwen. Het eerste wat ons opviel waren de grote hoeveelheden Russen en daarna dat het strand niet zo mooi was als de plaatjes en dat je niet over het terrein van Club Med mag lopen als je niet een mooi Club Med armbandje om hebt. Maar goed, daartegenover stond een hotel met een mooi zwembad, goedkope eettentjes en die heerlijke warme zon!
De dagen bestonden dan ook niet veel meer uit liggen bij het zwembad, een wandelingetje over het strand en s avonds het dorpje in.
Natuurlijk konden we dat niet eeuwig doen dus boekten we onszelf een minifan en ferry naar het nabijgelegen Koh Phi Phi, het eiland waar je geweest MOET zijn volgens velen.
Ook daar was weer een strand (wel beter dan Phuket), een zwembad, Russen en barretjes, dus we gingen weer verder waar we gebleven waren. Maar wel met de uitzondering dat we hier ook even onderwater gekeken hebben dmv 2 duikjes en wel 3 keer van hotel zijn gewisseld om het niet te eentonig te maken. Uiteindelijk konden we hier wel nog een aantal weken vermaken, maar zoveel dagen hadden we niet meer op ons visum en we wilden ook nog naar Bangkok en zoveel meer. Dus werd het tijd om de boot terug te nemen naar Phuket. Daar nog twee nachtjes in een superschoon hotel gezeten en toen lekker decadent naar Bangkok gevlogen.                               
                                                                   Cheers Anna

vrijdag 25 mei 2012

Hong Kong


Na 2 weken in grote steden te hebben gelopen, liepen we nu in Hong Kong en het voelde daardoor niet echt speciaal meer aan. Gelukkig hadden we toevallig een leuk hotelletje op Hong Kong eiland gevonden met goed internet en heel veel leuke eettentjes in de buurt.
Even konden alle toeristische attracties ons gestolen worden, we wilden wel even uitrusten van de afgelopen weken. Even tijd voor slaap, wasje draaien en tv kijken.
Maar na een dag waren we wel weer bijgeslapen, hing de kamer vol met was en waren we de Chinese tv zenders ook wel weer zat, dus het werd tijd om ons weer de in de stad te begeven en wat van Hong Kong te zijn. Eerst maar eens met de tram door de stad cruisen en dat was best leuk dus dan moesten we ook maar de tram de Piek op nemen. Dit is een tram die 45 graden steil de berg op tuft naar een uitkijkpunt over de stad. Eenmaal daar aangekomen was de smoglaag wel een beetje erg dik voor een geweldig uitzicht maar uiteindelijk toch nog leuke plaatjes kunnen schieten voor het foto album thuis.
De volgende dag hadden we de smaak te pakken en zijn we met de ‘beroemde’ Star Ferry naar de andere kant gevaren. Eenmaal daar hebben we wel 2 musea gezien; National History Museum of Hong Kong en het Science Museum. Helaas was het laatste meer een speelplaats voor schreeuwende Chinese kinderen dus daar waren we ook zo weer weg. Daarna heerlijk door allemaal leuke straatjes geslenterd en toen weer met de ferry terug naar de overkant.
De volgende dag moesten we natuurlijk van al deze tripjes bijkomen en toen we eindelijk pas om 4 uur s middags ons hotel uitrolden, kwamen we per toeval een Belg tegen, lees een Belgisch restaurant/bar. Dus zoals je op een zondag hoort te doen zijn we daar neergeploft en hebben ons eens lekker verwend met een Belgisch biertje en bitterballen. De ballen waren dan wel niet zoals thuis maar ze kwamen in de buurt en dat was al mooi meegenomen.

Na het bitterballen festijn was het tijd om weer naar ons bedje te begeven en de volgende dag naar zon, zee en strand te vliegen….de pauper favoriet..Phuket!!!

                                                                                                      Cheers Anna

donderdag 24 mei 2012

Macau


Na een klein uurtje op de ferry  te hebben gezeten, kwamen we aan in Macau. Gelukkig doet Macau niet aan visa, dus na een stempeltje in ons nu al zo volle paspoort konden we het land binnen.
Samen met alle gokverslaafde Chinezen maakten we ons een weg naar de taxistand en een klein kwartiertje later zaten we in ons hotel.
Macau, tot zover alleen nog maar casino’s voorbij zien komen. Maar als we op de kaart keken, moest er ergens ook nog een ‘oude’ stad te vinden zijn. Dus gewapend met de kaart gingen we op zoek. En inderdaad een half uurtje later waanden wij ons in het oude Portugal. Het was overduidelijk dat tot 1997 de Portugezen hier de vinger in de pap hadden.  Oude koloniale gebouwen, kerken, kathedralen, je kwam het allemaal tegen.
Na een korte impressie was het tijd om ons in het hotel op te frissen en het nachtleven in het casino gedeelte te storten! Zelf zijn we de goktafels voorbij gelopen maar het Holland Casino is er helemaal niks bij. Grote gebouwen met allemaal een thema en zalen vol gokkende Chinezen! Wij hebben hier en daar een beetje meegekeken maar vooral genoten van de shows aan de bar en het eten in de casino’s.

Na een paar dagen kwam ook Zac met een aantal Japanse vrienden naar Macau en na een kort telefoontje bleek dat ze in een hotel een straat achter ons hotel te zitten. Na elkaar ontmoet te hebben, hebben we getracht ze iets van Macau te laten zien maar binnen 2 uur waren we ze kwijt geraakt en dankzij slecht bereik in de casino’s en geen beltegoed meer, de rest van de avond ook niet meer gezien.

Gelukkig konden we de volgende dag elkaar in elkaars hotel opbellen en even later zaten we in een taxi naar Taipa. Na een heerlijke lunch hebben we de stad daar verkend. Helaas was het bloedheet dus nadat Kaz zich een gat in zijn hoofd had gevallen, was het weer tijd om een airco-casino in te duiken en af te koelen naast de slotmachines.
Uiteindelijk werd het weer tijd om terug naar ons hotel te gaan en Zac en zijn vrienden gedag te zeggen aangezien zij terug gingen naar Shenzhen. De volgende dag hebben we maar eens uitgeslapen en toen werd het voor ons ook tijd om ons weer terug te begeven naar de ferry en deze keer de ferry naar Hong Kong te pakken. Hop, nog even een stempetje in ons paspoort en trossen los.

Cheers Anna

woensdag 23 mei 2012

The honorable Mr. Shenzhen


                 Na onze campervan trip in NZ (voor diegene die het nu nog niet door hebben, dat staat voor New Zealand) vlogen we eindelijk naar HK (yep, dat is Hong Kong en NIET Hells Kitchen).  NZ was leuk maar begon mij redelijk de neus uit te hangen. Het was er tergend koud en daarnaast was ik er al een paar keer geweest en wilde ik er deze keer al helemaal niet zijn. Maar goed, we waren dus onderweg naar Hong Kong. Eindelijk.
 In Hong Kong aangekomen zijn we Hong Kong helemaal niet ingegaan maar direct doorgegaan naar Shenzhen. Voor diegene die het niet kennen, ga je schamen, het is een stad in China en ook direct een hele grote. Er wonen meer mensen dan in Nederland en zo’n beetje alles waarop staat: “Made in China” komt hier vandaan. Althans dat is ons verteld. Persoonlijk denk ik dat in andere delen van China ook zaken worden geproduceerd. Maar.. ik kan me vergissen. Al is dat meer uitzondering dan regel.
Goed. We gingen dus niet naar Hong Kong maar naar China en wel specifiek Shenzhen. We hadden er nog nooit van gehoord maar het toeval wilde dat we daar wat mensen kenden en die vonden het niet erg dat we een paar dagen bij ze kwamen logeren, ze stonden er eigenlijk op maar dat terzijde. Vanaf Hong Kong zijn we niet door de douane gegaan maar hebben in een transit de ferry genomen naar Shenzhen. Daar aangekomen rolde we zonder problemen door de Chinese douane en hebben we Zac (de kennis) gebeld dat we gearriveerd waren in de haven. Hij gaf ons wat instructies hoe we de metro konden nemen naar een station vlak bij hem en in ons beste Chinees hebben we een kaartje gekocht. Het Chinees dat we kenden kwam voornamelijk van de menukaarten in Nederland maar kwam, net als nu, in een aantal gevallen zeer goed van pas. Shenzhen is niet het typische Chinese dorpje, het is een metropool dit niet de typische Chinese normen en waarden aanhoudt. Al zijn er natuurlijk wel veel van terug te vinden. Shenzhen is een soort kruising tussen een Westers en Chinese stad die qua gebouwen wel wat weg heeft van de Amerikaanse binnensteden maar dan op anabolen. Vergeleken met Shenzhen is Chicago een gemoedelijk dorpje. 
We stapten in de metro en hadden min of meer verwacht dat het stampvol zou zijn maar dat bleek gelukkig niet het geval. Het betrof een fonkelnieuwe metro waar in duidelijke taal werd aangegeven waar je was en waar je naar toe ging. Het was dan ook een koud kunstje om de plek te vinden waar we eruit moesten. Daar werden we opgehaald door Zac. Zac was de begeleider van Anna in Fiji. Het was te merken dat hij daar te lang had gezeten want zijn loopsnelheid was van dusdanige aard dat als hij nog langzamer zou lopen  hij terug zou gaan in de tijd. Hij vertelde ons dat alles in Shenzhen zich in sneltrein vaart afspeelde. Wij vonden van niet maar konden dat vanuit zijn oogpunt nu wel begrijpen. Na drie dagen lopen kwamen we bij zijn huis aan dat zich naast het metrostation bevond. Hij woonde, net als zoveel in Shenzhen, in een flat gebouw op ongeveer 5 hoog. In tegenstelling echter tot de meeste appartementen was zijn appartement redelijk groot te noemen en voor Chinese maatstaven zelfs gigantisch. We  kregen een eigen kamer toegewezen waar we de komende dagen konden overnachten.  Die avond zijn we uit eten gegaan. Samen met Kaz en Zac een echte Chinese tent uitgezocht in een echte Chinese buurt en dus pizza wezen eten tussen de expats. Die avond begon ons weekje Shenzhen. We hadden gehoopt op een rustig weekje China met Chinese gebruiken maar het ging allemaal anders dan we hadden verwacht. Dag één nam Zac ons al mee naar een poolhal waar je liever niet kwam. Het had meer weg van een saloon uit het Wilde Westen. Overal zat men te pokeren en wat te poolen. Het volk zag er ook niet uit alsof je zou uitnodigen om te babysitten en de lucht was zo dik van de sigarettenrook dat je de bar niet eens kon zien als je binnenkwam. Terwijl deze toch midden in het zaaltje stond. Hier hebben we een tijdje rondgehangen en toen we elkaar teruggevonden hadden waren we al snel weer op weg naar Zac zijn huis. Hij moest de volgende dag aan het werk dus we hebben het niet erg laat gemaakt.  De volgende dag hebben we de praktijk gezien waar Zac werkte. Het was een moderne tandartsen praktijk waar de gemiddelde in Nederland nog wat zou kunnen leren. Wat wel opviel dat er niet veel patiënten waren. 
We hebben er die dag precies één geteld. Deze werd door Zac geholpen en deze kon omdat er nog maar zo weinig patiënten waren alle tijd schenken aan de patiënt. De praktijk was nog maar net open en er waren nog niet veel patiënten. De hoop was dat deze later zouden komen. Wij hoopten ook dat ze wat sneller ging werken anders zouden er niet veel patiënten bij kunnen. Maar goed, het gaat natuurlijk niet alleen om de kwantiteit maar met name om de kwaliteit. Die avond zijn we door Zac meegenomen naar een stukje nieuwbouw in Shenzhen. Shenzhen is een behoorlijk nieuwe stad. Dertig jaar geleden stond er op de huidige plek helemaal niets. In de jaren negentig ging het bouwen van de stad zo snel dat er elke dag een flat of wolkenkrabber werd afgeleverd en elke 3 dagen een nieuwe winkelboulevard. Dat geeft dan ook wel een idee hoe groot de stad is. Het is tevens ook het rijkste deel van China en dat merk je onder andere aan de auto’s die er rijden.
We kwamen met Zac aan in het stukje nieuwbouw. Dat was allemaal uiteraard nieuw aangelegd en valt een beetje met een themapark en het thema is dan restaurants en barretje. Erg leuk maar ook erg duur. Aangezien dat we weer op Zac snelheid door de straten liepen werd het die avond ook weer erg laat. Anna en ik zijn gewend om op snelheid overdrive te lopen en Zac op snelheidje stationair. Wat er voor zorgde dat als we met hem op stap waren we alles ongeveer tien keer zo langzaam deden dan als we gewend waren. Maar goed, het voordeel was wel dat hij de stad al kende en wij niet en niet voorbij liepen aan dingen die we anders zouden missen. De volgende dag moest Zac weer werken en kregen wij zijn zoontje van vijf mee om zelf de stad te verkennen. Dat gebeurde natuurlijk op snelheid overdrive . Het arme jong was dat natuurlijk niet gewend en aan het einde van de dag helemaal kapot. We hebben toen maar tien autootje voor hem gekocht om hem weer wat energie te geven. Hij vond het prachtig maar zijn moeder wat minder. Het kind had namelijk al iets van 10.000 autootjes die elke gaatje van hun appartement leken te vullen.
De volgende dag gingen we met expats uit de stad naar het strand en naar een oude stad. Het was zondag dus hadden ze niets te doen en dan werd er vaak door één van de expats iets georganiseerd en deze zondag was het dus een oude stad en het strand. Gelukkig was het mooi weer geworden. Anders is zo’n strand namelijk niet echt leuk. De expats vroegen zich af wat wij voor werk deden in China en vonden het opvallend dat we slechts toeristen waren. Die kwamen ze niet zo vaak tegen. Die avond zouden we weer richting de poolhal gaan. Daar vlak voor stond namelijk een man met een stalletje die heerlijke kebab maakte. Maakte, want toen we daar aan kwamen lag de kebabman bloedend op de grond en stond er overal politie. Iemand had getracht kebab te maken van de man zelf of vond zijn product blijkbaar niet zo lekker. Duidelijk was in ieder geval wel dat wij die dag geen kebab zouden krijgen. 
We zijn nog even in de poolhal wezen kijken maar daar was verder niets. We zijn toen naar één van de buurten gegaan waar ze nog echte originele Chinese gerechten maakten zoals ‘gans in de zak’ en ‘alles kan op de BBQ’ 
Na een goede maaltijd togen we weer huiswaarts om vandaag eens vroeg naar bed te gaan. Dat pakte echter net even anders uit toen we de Zweedse chef tegen het lijf liepen,  vlak bij het huis van Zac. De Zweedse chef was een Zweed die plaatjes draaide in plaatselijke dansgelegenheden. Hij was dus een DJ en verdiende in die hoedanigheid zijn geld. Hij had net afscheid genomen van een aantal vrienden en was onderweg naar een de kroeg waar wij een paar dagen eerder ook al waren geweest en waar alle expats verzamelden na een dag hard werken. Na een paar biertjes kwamen de Zweedse chef en Zac op het idee om naar een andere tent te gaan.  Het betrof een dancing in één van de vele wolkenkrabbers die de stad rijk is. Buiten aangekomen konden we de muziek al horen dreunen. Toen we binnen kwamen stond de muziek zo hard dat bij elke beat de lucht uit longen werd geslagen. De Zweedse chef kende wat mensen die daar werkten en het leek hem een goed idee om een fles whisky te kopen. Het duurde niet lang of één van de medewerkers kwam met een fles aanzetten. 
Zac, Anna, Guido & de Zweedse Chef
Niet van die goedkope die je in Nederland in de kroeg of plaatselijke slijter kan kopen maar zo ééntje die je koestert in een afgeslote kast en die er alleen uit komt na het kerstmaal om er één glaasje uit te nemen om vervolgens weer voor een jaar de kast in te gaan. Wij hadden al redelijk wat biertjes achter de kiezen en het leek ons niet zo’n geslaagd plan om nu ook nog eens een fles whisky te atten.  Die werd dus teruggestuurd en we hebben het bij biertjes gehouden. Toen het laat genoeg was en het buiten weer licht begon te worden,  besloten we om weer terug te gaan. De Zweedse chef ging ook mee en bij Zac aangekomen besloten ze daar het drankgelach voort te zetten. Ons leek het niet zo goed idee en we zijn naar bed gegaan. Toen we de volgende dag wakker werden waren de Zweedse chef en Zac nog steeds in discussie met elkaar. We zijn de stad in gegaan omdat we nog het één en ander wilden kopen. Toen we die middag terug gingen kwamen we Zac vlak bij zijn huis tegen bij de Starbucks. We besloten een kopje koffie met hem te drinken en gingen daarna weer met hem mee naar huis.
Die avond zouden we met de baas van Zac en zijn personeel uit eten gegaan. Zac was na zijn uitspatting van die avond daarvoor nog niet helemaal de oude. Zijn vrouw was ook een enigszins, laten we zeggen “uit haar hum”, door het bacchanaal van de vorige nacht. Toen we dus bij Zac zijn baas aankwamen in een privé kamer in een restaurant was Zac een beetje stil. Het personeel en zijn baas begrepen dit niet zo goed omdat Zac anders redelijk wat noten op zijn zang heeft. De baas wist hier wel iets op. Chinese wijn. Dat was op dit moment wel het laatste waar Zac zin in had aangezien hij nog bezig was de grap van de vorige dag te verwerken. De glaasjes die we bij de Chinese wijn kregen waren nogal klein vonden we. En nu hadden we al geleerd in ons leven dat hoe kleiner het glaasje hoe hoger het alcoholpercentage. Nu, wijn kon je het niet meer noemen aangezien er een percentage in zat van 53 procent. Daar moest op gedronken worden en het duurde niet lang of Zac was weer zijn oude zelf en ook Keiko, de vrouw van Zac werd weer gezellig. Nadat de eerste fles er doorheen gejaagd was werd het tijd voor een tweede. Nu moet je ook weten dat elk glaasje wijn met een glas bier weggespoeld werd. Dat deerde de baas echter niets. Er moest nog een fles komen. Wij drongen er met klem op aan om een iets luchtiger wijntje te nemen aangezien we anders gierend naar huis zouden gaan en na het grapje van gisteravond leek niemand dat een goed idee. De baas gaf toe en liet een wijn komen met een wat lager percentage. Vol trots liet hij zien dat hier echt minder in zat. Ja, dat was waar maar 52 procent. Gelukkig begon de baas de drank goed te voelen zodat ie niet door had dat ik stiekem de wijn wegsmokkelde. Dat wilde zoveel zeggen dat ik niet in één teug het glaasje leeg dronken, wat wel de bedoeling was, maar dat ik er van zipte en dan deed alsof het glaasje leeg was. Dan schonken we snel de glaasjes  weer vol van iedereen en proosten er weer op. Of je stoot per ongeluk je eigen glaasje om en daar moet dan weer op gedronken worden. Nadat de tweede fles ook op was moest er toch echt een derde komen. De baas en zijn personeel vonden dat wij nog veel te nuchter waren en snapte niet hoe dat kon. Zac vond echter dat er genoeg was gedronken en dat het tijd was om naar huis te gaan. Wij konden ons daar helemaal in vinden. Het einde van het verhaal was dat de volgende dag de kliniek gesloten was en dat ik fris als een hoentje nog maar eens met Anna Shenzhen gingen verkennen. Later die dag spraken we nog wat van de personeelsleden en die snapten maar niet dat ik de volgende dag nergens last van had. Wij hebben maar niet gezegd dat de helft van de dure wijn op de grond en door het eten lag.
Zac moest de volgende dag weg voor een conferentie in het noorden van China en wij besloten de volgende dag naar Macau te vertrekken. We zouden eerst door China naar Beijing en Shanghai reizen maar de Chinezen hadden wat ze noemden, The Golden Week. Dan is het Boeddha zijn verjaardag  en is het ook 1 mei. Een belangrijke datum voor de Chinezen. Het betekende ook dat alles tjokvol zat in China en wij besloten dus uit te wijken naar Macau.
De volgende dag zaten we in de ferry naar Macau.

Guido